Er zijn in België nog prachtige geschiedenisverhalen die helemaal tot leven komen als je de omgeving bezoekt. Een voorbeeld hiervan is het grensdorpje De Klinge in Oost-Vlaanderen, pal op de grens met het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen. Het dorpje is nauw verbonden met het naastgelegen Nederlandse dorp Clinge en kent een lange smokkelgeschiedenis. Deze geschiedenis wordt nu levend gehouden en daarom is het een prachtige gelegenheid om De Klinge eens te bezoeken.
Het dorp De Klinge
Als grensdorpje in Oost-Vlaanderen heeft het dorp veel te lijden gehad onder de diverse overheersingen door de Spanjaarden in de 16e eeuw en later door de Franse overheersing van Napoleon. Napoleon verenigde de dorpen De Klinge en het Nederlandse Clinge tot één dorp. Na de slag bij Waterloo kwam het dorp onder Nederlands bestuur, om vervolgens na de onafhankelijkheid van België weer afgescheiden te worden. Het dorp kreeg een station, met het beroemde Klingspoor, een school en een gemeentehuis en werd welvarend. Vanaf die tijd startten ook de eerste smokkelroutes tussen België en Nederland en andersom. Pas in 1957, na de oprichting van de Benelux hielden de smokkelroutes op te bestaan.
[widget id=”enhancedtextwidget-33″]
De bossen
De grens tussen België en Nederland bestaat uit een tweetal bossen. Aan de Belgische zijde is dit het Stropersbos en aan Nederlandse zijde de Clingse bossen. De bossen zijn totaal zo’n 300 hectare en is daarmee het grootste bos- en natuurgebied van Oost-Vlaanderen. In de bossen worden nu projecten gerealiseerd om de natuur meer kansen te geven. Tevens worden de bossen veel gebruikt om te recreëren. Je kunt hier wandelen, joggen, fietsen en paardrijden. In het Stropersbos zijn de sporen van het (militaire) verleden nog niet uitgewist. Er is in het bos een liniegracht gegraven om de Hollanders aan de grens tegen te houden en ook staat er een verdedigingswal. Je kunt je wel voorstellen dat deze bossen uitstekend dienst deden om de nodige producten uit België naar Nederland te smokkelen of van Nederland naar België. Zowel het Stropersbos als de Clingse bossen zijn zeker de moeite waard voor een flinke wandel- of fietstocht.
Klingspoor
Het station van De Klinge stond op de route Mechelen naar Terneuzen en heeft jarenlang dienst gedaan. De lijn werd in 1871 geopend en vanaf toen was het voor de inwoners van De Klinge mogelijk om tienmaal per dag de trein naar Terneuzen te pakken. Het station van De Klinge was behoorlijk groot in omvang, waaronder voorzieningen voor de douane. In een mum van tijd werden er rondom het station ook hotels en herbergen gebouwd. Het dorp begon helemaal op te leven met vele cafés en dancings en zelfs een cinema. De Klinge werd bekend om het uitgaansleven. Hoewel het goederenverkeer nog een tijdje over de spoorlijn bleef rijden, viel in 1952 het doek voor de passagierstreinen. Het was niet rendabel meer. Het station bestaat niet meer, maar op deze plek staat nu wel Klingspoor, een cultureel centrum waar je alles te weten komt over de spoorlijn en haar geschiedenis.
[widget id=”enhancedtextwidget-34″]
De klompen van De Klinge
Vanaf de 19e eeuw nam de klompennijverheid in De Klinge enorm toe en dit duurde tot ver in de 20e eeuw. Rond 1920 telde het dorp zo’n 50 klompenmakersstallen en waren er ruim 200 dorpsbewoners bij dit ambacht betrokken. De afzetmarkt was Nederland en Duitsland. Vooral met de spoorlijn in de buurt kon er flink geëxporteerd worden. In de jaren 30 kwam er een enorme terugval, toen Nederland de invoer van klompen beperkte. Na de Tweede Wereldoorlog ging het bergafwaarts en klompen raakten vanaf de jaren 50 uit de mode. Folkloregroep De Klomp heeft zicht tegenwoordig tot doel gesteld om deze klompengeschiedenis levend te houden. Wil je meer weten over de geschiedenis van de klompen, dan kun je De Klomp bezoeken.